Op 17 juni 2020 is het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ ingediend bij de Tweede Kamer. De wetgever beoogt hiermee het aangaan van excessieve schulden bij de eigen vennootschap te ontmoedigen
Achtergrond
Belastingplichtigen met een belang van minimaal vijf procent in een vennootschap kwalificeren als aanmerkelijkbelanghouder. Inkomen uit aanmerkelijk belang (bijvoorbeeld dividend) wordt in box 2 van de inkomstenbelasting belast naar een tarief van 26,25% (vanaf 2021: 26,9%). Om uitstel van belastingheffing te bewerkstelligen kan de aanmerkelijkbelanghouder door middel van leningen liquiditeiten onttrekken aan de vennootschap. De wetgever wil dit nu tegengaan door bovenmatige schulden bij de eigen vennootschap bij wetsfictie als regulier voordeel in box 2 te belasten. Daartoe is op 17 juni 2020 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. De regeling zal naar verwachting per 1 januari 2023 in werking treden. Voor dit tijdstip is gekozen om aanmerkelijkbelanghouders voldoende tijd te geven hun schuldposities af te bouwen.
Bovenmatige schulden
Van een bovenmatige schuldpositie is sprake voor zover het gezamenlijke bedrag aan directe of indirecte schulden van de aanmerkelijkbelanghouder en diens partner aan de eigen vennootschap hoger is dan €500.000. Schulden van ouders, kinderen en kleinkinderen die zelf geen aanmerkelijk belang hebben in de vennootschap tellen ook mee, maar alleen voor zover deze hoger zijn dan €500.000. Hiermee wil de wetgever voorkomen dat de regeling kan worden omzeild.
Voor wat betreft het begrip ‘schuld’ wordt aansluiting gezocht bij het civiele recht. De situatie kan zich echter voordoen dat een civielrechtelijke schuldverhouding fiscaalrechtelijk als uitdeling wordt gekwalificeerd, omdat reeds bij het aangaan van de schuld duidelijk was dat deze niet kan of niet zal worden afgelost. Een dergelijke schuld telt niet mee voor toepassing van de regeling, omdat reeds heffing in box 2 heeft plaatsgevonden.
Voorkomen dubbele heffing
Om dubbele heffing te voorkomen wordt de drempel van €500.000 verhoogd met het bovenmatige deel van schulden waarover in voorgaande jaren reeds belasting is geheven in box 2. Indien het bovenmatige deel van de schulden per ultimo van jaar 1 bijvoorbeeld €100.000 bedraagt, wordt de drempel in jaar 2 verhoogd naar €600.000. Ook bij immigratie, emigratie of overlijden van een belastingplichtige is voorzien in een regeling om dubbele heffing tegen te gaan.
Eigenwoningschulden
Bij de berekening van het bovenmatige deel van de schulden blijven eigenwoningschulden buiten aanmerking, althans voor zover aan de vennootschap een recht van hypotheek is verstrekt. Op grond van overgangsrecht geldt laatstgenoemde eis echter niet voor per 31 december 2022 bestaande eigenwoningschulden bij de eigen vennootschap.