Beleggen in BV of in privé?

Beleggen in de BV of privé heeft diverse voor- en nadelen. De ondernemer kan flink besparen op de belasting door een goede keuze te maken. Maar de belastingdruk is niet het enige waar je rekening mee moet houden. Na het lezen van dit artikel weet jij waarop je moet letten.  

De DGA (Directeur Groot Aandeelhouder) bouwt in een goed draaiende onderneming jaarlijks vermogen op. In de eerste jaren van een onderneming wordt veelal vermogen geherinvesteerd in de onderneming. In latere jaren groeit het bedrag op de bankrekening. Dat is nodig om een buffer op te bouwen voor slechtere tijden (zoals wellicht in de Corona-tijd), maar ook om later te kunnen genieten van het welverdiende oudedag. 

Door de huidige  lage rente zijn veel DGA’s gaan beleggen. Met stijgende beurskoersen en stijgende onroerend goed waarden zal het vermogen groeien. Maar kies je dan voor beleggen in de BV? Of keer je het vermogen eerst uit als dividend en beleg je dan in privé? Of leen je het geld uit de BV aan privé?


Beleggen in BV is meestal interessanter

Als je geen hoge risico’s wilt lopen met je geld, kun je beter in de BV beleggen. In de BV wordt het werkelijke rendement belast. Als gespreid wordt belegd in spaartegoeden en effecten en een laag rendement wordt behaald is de belasting in box 2 lager dan de box 3 heffing. Bij hoge rendementen is privé beleggen interessanter. 


Waar ligt het omslagpunt?

Dit is sterk afhankelijk van de persoonlijke situatie in privé en in de B.V. Er is wel een richtlijn te geven.

Het omslagpunt is het rendement waarop de groei van het vermogen bij beleggen in de BV en privé gelijk is. Dat omslagpunt hangt af van je situatie: welk percentage betaal je aan vennootschapsbelasting (VPB), heb je een fiscale partner, heb je meer vermogen in box 3 of juist schulden? 

Als je ongeveer € 200.000 vermogen in de BV belegt en je hebt geen fiscale partner, ligt het omslagpunt rond de 5% rendement. Als je € 1.000.000 in de BV belegt, ligt het omslagpunt in de buurt van 8%. Beleggen met grote vermogens kun je beter in de BV doen.


Optie 1: Beleggen in de BV

Bij beleggen in de BV wordt een deel van het vermogen van de BV belegd. Daarvoor wordt een zakelijke rekening geopend op naam van de BV. In de BV wordt het werkelijk behaalde rendement over het vermogen belast. Het rendement op de beleggingen wordt namelijk meegeteld in het resultaat van de BV. Daarover moet je vennootschapsbelasting (VPB) betalen. Het VPB-tarief (2021) varieert van 15% over de winst tot € 245.000. Daarboven geldt een tarief van 25%. 

Als je het vermogen uit de BV haalt via een dividend moet je nog een keer 26,25% aanmerkelijk belangheffing betalen. Je bent niet verplicht om dividend uit te keren. Zolang je geen dividend uitkeert, hoef je ook die belasting niet te betalen. Je kunt het vermogen heel lang in de BV houden. Een laatste voordeel is dat je verliezen op de beleggingen in mindering kunt brengen op het resultaat. Daardoor wordt het verlies gecompenseerd.


Optie 2: Beleggen in privé

De DGA kan ook beleggen in privé. Je betaalt dan belasting in box 3. Bij de box 3 belasting gaat de belastingdienst er van uit dat je een vast rendement op je vermogen haalt. We noemen dat een forfaitair rendement. Het forfaitair rendement is afhankelijk van de hoogte van het vermogen. Bij een hoger vermogen stijgt het rendement waar de belastingdienst rekening mee houdt. Daardoor is ook de belasting hoger als het vermogen toeneemt. Bij een vermogen van boven de € 1,0 mio bedraagt het effectieve belastingtarief in 2021 1,76% (zonder rekening te houden met vrijstellingen) ofwel € 17.600.

Er zijn veel bezwaren tegen het forfaitaire rendement waarmee wordt gerekend. Veel mensen moeten wel belasting betalen, terwijl ze door de lage spaarrente geen rendement behalen of bij negatieve rente zelfs een negatief rendement behalen.


Vermogen van BV naar priv
é

Om het vermogen van de BV naar privé te brengen, kiezen de meeste DGA’s om dividend uit te keren. Je betaalt dan eenmalig belasting over het bedrag. Het voordeel is dat je in de toekomst dan geen belasting meer betaalt over het uitgekeerde dividend. 


Beleggen in BV of
privé – rekenvoorbeeld

Vermogen in de BV € 500.000 en een rendement van 4% gedurende 5 jaar. We hebben gerekend met een VPB van 15%, zonder fiscale partner en de tarieven van 2020.

Vermogensopbouw BV versus privé
Beleggen in de BV Beleggen in Privé
JaarStartkapitaalRendementEindkapitaalWaarde in privéStartkapitaal in box 2RendementEindkapitaal
1500.00017.000517.000 381.288 368.75014.750 379.530
2517.00017.578534.578 394.251 379.530 15.181 390.603
3534.57818.176552.754 407.656 390.60315.624 401.978
4552.75418.794571.547 421.516 401.97816.079 413.663
5571.54719.433590.980 435.848 413.66316.547 425.667
Bron: berekenhet.nl

We zien opnieuw dat het vermogen beter groeit bij beleggen in de BV groter is dan wanneer belegd zou worden in privé.


Optie 3: Lenen uit de BV

Het alternatief is om geld te lenen van de BV en dan privé te beleggen. De belastingdruk is weliswaar lager, maar het dient goed vastgelegd en begeleid te worden. Deze optie komt eigenlijk neer op beleggen met geleend geld. De wetgever wil het ‘lenen uit de BV’ ontmoedigen en is bezig met nieuwe wetgeving. Daarom gaan we hier niet verder in op deze optie. 


Kritiek op box 3 belasting

Er is veel kritiek op de box 3 belasting. De meeste mensen hebben de laatste jaren veel minder rendement behaald op hun privé vermogen dan het forfaitaire rendement. Er is feitelijk sprake van aantasting van het vermogen door deze heffing. Er zijn ook diverse rechtszaken tegen de box 3 belasting. 


Wijziging box 3 belasting in de toekomst?

Voormalig staatssecretaris Snel heeft wijzigingen voor box 3 belasting voorgesteld. In dat voorstel worden spaartegoeden minder zwaar belast dan beleggingen. Het voorstel is afgeschoten, maar nieuwe plannen zijn te verwachten. Wellicht dat er wordt teruggegaan naar een stelsel dat het feitelijk rendement gaat belasten. Het is raadzaam om de keuze tussen beleggen in de BV of privé opnieuw tegen het licht te houden als de nieuwe box 3 heffing duidelijk is.   


Privacy

In veel gevallen is de belastingdruk bij beleggen in de BV lager. Daarnaast kan de aanmerkelijk belangheffing worden uitgesteld. Het belangrijkste nadeel van beleggen in de BV is de privacy. De jaarstukken van de BV worden verplicht gepubliceerd bij de Kamer van Koophandel (KVK). Iedereen kan die stukken opvragen en daaruit de hoogte van het vermogen achterhalen. Dat geldt niet voor privé vermogen. 


Conclusie

DGA’s met vermogen kunnen kiezen of ze in de BV of in privé beleggen. Bij lagere rendementen is zakelijk beleggen in de BV interessanter. Bij hogere rendementen is beleggen in privé (box 3) interessanter. Naast het verwachte rendement zijn ook andere aspecten zoals de hoogte van je vermogen, een eventuele partner en privacy overwegingen van belang.

 

Bron: mr. Ron van der Spek, april 2021

Van eenmanszaak naar BV: hoe en waarom?

bv

Uit de plannen van het kabinet wordt één ding duidelijk. De eenmanszaak of VOF wordt in de komende jaren een heel stuk minder voordelig. Dit komt door de lagere zelfstandigenaftrek voor ondernemers en door de aftrek van deze en andere ondernemersfaciliteiten tegen het laagste tarief in de inkomstenbelasting in plaats van het hoogste tarief.

Het is dan ook te overwegen om de goed draaiende eenmanszaak of VOF om te zetten in een BV. De BV kan gebruik maken van het voordelige MKB vennootschapsbelastingtarief van 15%. Verder geldt voor BV’s een beperkte aansprakelijkheid en is een betere bescherming van uw privé-vermogen mogelijk. Een mogelijk te verwachten tweede lockdown in Corano-tijd zou kunnen leiden tot een stijging van het aantal faillissementen.  De goede BV-structuur biedt, in tegenstelling tot een eenmanszaak of VOF, in die situatie een betere bescherming voor de ondernemer en zijn (privé) bezittingen.


Drie manieren om een eenmanszaak om te zetten in een bv

Er zijn 3 manieren om een eenmanszaak om te zetten in een BV. Iedere manier heeft voor- en nadelen. Onderstaand leest u in het kort de voor- en nadelen.

Activa-passivatransactie
Wilt u snel, eenvoudig en goedkoop uw eenmanszaak omzetten naar een BV en heeft u in de eenmanszaak geen stille of fiscale reserves? Dan is de activa-passivatransactie de meest geschikte optie. Na oprichting van een Holding-BV en een Werk-BV bij een notaris, verkoopt u alle bezittingen en schulden (activa en passiva) aan deze BV’s. Voor deze transactie heeft u een activa-passiva overeenkomstovereenkomst nodig. Verder heeft u diverse andere overeenkomsten nodig om de transacties tussen uzelf in privé en de BV en transacties tussen de BV’s onderling goed te kunnen regelen en schriftelijk vast te leggen. Wij kunnen u behulpzaam zijn bij het opstellen van deze overeenkomsten.

Let op: Inkomstenbelasting te betalen over stille reserves
Zijn er nog stille reserves aanwezig in uw eenmanszaak? Zoals bijvoorbeeld goodwill of een meerwaarde? Dan moet u inkomstenbelasting over de stille- en fiscale reserves betalen. Hierdoor is een activa-passivatransactie met de BV in dat geval niet geschikt.

Ruisende inbreng
Wilt u uw onderneming binnen 3 jaar verkopen en / of  uw eenmanszaak met terugwerkende kracht omzetten in een BV? Dan is ruisende inbreng de meest geschikte manier. Wat is de te volgen route? Via de notaris wordt een Holding-BV en een Werk-BV opgericht. Uw onderneming wordt ingebracht in de Werk-BV Hiervoor moet een akte van inbreng worden opgesteld. Hierin staan alle activa en passiva van uw eenmanszaak die overgaan naar de BV tegen de waarden in het economisch verkeer. De notaris zorgt vervolgens voor inschrijving van de BV en uitschrijving van de eenmanszaak bij KVK. De meerwaarden van de eenmanszaak komen op de balans van de BV. Daarover moet u inkomstenbelasting betalen. Van de stakingswinst mag u een gering bedrag aan stakingsaftrek aftrekken. Tevens is het mogelijk voor een deel van de stakingswinst een lijfrente te bedingen waardoor belastingheffing kan worden uitgesteld.

Op deze manier kunt u uw eenmanszaak ruisend omzetten met 3 maanden terugwerkende kracht. U moet dan wel een intentieverklaring opsturen aan de Belastingdienst. Daarin laat u weten uw eenmanszaak ruisend om te zetten in een BV. U moet dit doen vóór 1 april van het lopende jaar. De geboekte resultaten vanaf 1 januari komen dan op de balans van de BV. U bespaart zo belasting. U heeft tot 1 oktober van dat jaar de mogelijkheid om uw eenmanszaak daadwerkelijk om te zetten naar uw nieuwe bv.

Geruisloze inbreng
Met de geruisloze inbreng kunt u uw eenmanszaak ook met terugwerkende kracht omzetten. Het verschil met ruisende inbreng is dat de termijn 15 maanden is, in plaats van 3 maanden. In tegenstelling tot de ruisende inbreng gaat de onderneming via een geruisloze inbreng wél verder met dezelfde boekwaarden. Dit is dan ook het voordeel van de geruisloze inbreng: u hoeft geen belasting over de meerwaarde van uw eenmanszaak te betalen. Uw nieuwe BV start dus met een balans die gelijk is aan de eindbalans van de eenmanszaak. De Belastingdienst stelt wel enige voorwaarden aan de geruisloze inbreng.

Wat moet er gebeuren? U stelt eerst samen met een uw boekhouder en uw fiscaal adviseur de stakingsbalans en een inbrengbeschrijving op. Hierop staan alle activa en passiva die overgaan naar de BV. Deze beschrijving moet ook bij oprichting van de BV’s mee naar de notaris. Die stelt aan de hand van de inbrengbeschrijving een akte van inbreng op. De notaris zorgt vervolgens voor inschrijving van de BV en uitschrijving van de eenmanszaak bij KVK. Verder zal (bij voorkeur door uw fiscaal adviseur) nog een verzoek aan de Belastingdienst moeten worden gestuurd waarin wordt gevraagd om toepassing van de geruisloze inbreng.

Let op: Het is belangrijk een goede keuze te maken voor één van de drie manieren.

De keuze is zeer afhankelijk van uw fiscale positie en van uw voortuitzichten / plannen. Wij kunnen u adviseren over de voor en nadelen. Verder is het van groot belang dat alle overeenkomsten tussen u en de BV op een juiste wijze schriftelijk worden vastgelegd. Denk hierbij aan de volgende overeenkomsten: arbeidsovereenkomst directeur-aandeelhouder, rekening-courantovereenkomst, leningsovereenkomst, aandeelhoudersovereenkomst en managementovereenkomst. De beschermende werking van de BV-structuur wordt alleen bereikt indien alle formeel juridische zaken goed zijn geregeld.


Conclusie:

Het wordt in 2020 en 2021 voordeliger om van uw eenmanszaak of VOF een BV te maken. Redenen om dit te doen zijn: minder persoonlijke aansprakelijkheid, fiscale voordelen, het spreiden van risico’s en / of een eenvoudige opzet om uw onderneming in de toekomst te kunnen verkopen. De omzetting van uw eenmanszaak of VOF in een goede BV-structuur kan grote voordelen opleveren maar is maatwerk.

Bron: mr. Ron D.G.M. van der Spek, 21 september 2020

Elektrische auto van de zaak

tesla

Denkt u erover om een elektrische auto van de zaak aan te schaffen? Laat u goed informeren. De laatste tijd zijn er veel wijzigingen op dit gebied geweest.  Een samenvatting van de belangrijkste fiscale regels en voordelen per 1 september 2020.


Elektrisch rijden als ondernemer

Is een elektrische auto van de zaak ook iets voor u als ondernemer? Om een goed overwogen keuze te maken, hebben we een aantal veelgestelde vragen over zakelijk elektrisch rijden op een rij gezet:


Elektrische auto van de zaak, wat levert het op?

Elektrische auto’s zijn niet voor niets zo populair, er zijn belangrijke voordelen aan verbonden. Denk hierbij natuurlijk aan het milieu-aspect en het bijbehorende goede imago.  Je stoot met een elektrische auto namelijk 35% tot 55% minder CO2 uit dan met een vergelijkbare auto op benzine. 

Zakelijk elektrisch rijden heeft ook voordelen voor je portemonnee: zo hoef je minder bijtelling te betalen en kun je gebruik maken van speciale regelingen van de overheid. 

De energiekosten van een elektrische auto zijn gemiddeld een stuk lager dan die van een auto op benzine of diesel. Volgens de ANWB betaal je gemiddeld 5,4 cent elektriciteitskosten per kilometer bij een elektrische auto en 10 cent per kilometer aan brandstofkosten voor een vergelijkbare brandstofauto. 

Over de onderhoudskosten van een elektrische auto is nog niet zoveel bekend. Wel kun je aannemen dat de onderhoudskosten bij 8.000 kilometer per jaar 35% lager zijn dan bij een auto die op benzine rijdt. Dit komt doordat er minder onderdelen in een elektrische auto zitten.


Wat zijn de bijkomende kosten?

Omdat een volledig elektrische auto op stroom rijdt, hoef je niet meer te tanken. Toch zijn er wel andere kosten om rekening mee te houden. Wil je bijvoorbeeld een eigen laadpaal aan huis? Dan moet je een aparte stroomgroep laten aanleggen in je meterkast. 

Sommige auto’s hebben een speciale driefasenaansluiting nodig. Voor de benodigde netverzwaring moet je een eenmalig bedrag betalen aan je netbeheerder.


Elektrische auto van de zaak of 
privé, wat is voordeliger?

Wanneer je de elektrische auto op de zaak zet, kun je profiteren van de fiscale voordelen die we verderop in het artikel noemen. Ook mag je gebruik maken van aftrekposten en mag je btw aftrekken. In het algemeen kunnen we stellen dat het gunstiger is om de auto privé te blijven rijden wanneer je autokosten (zoals brandstof, verzekeringen en onderhoud) bij elkaar opgeteld lager zijn dan de bijtelling.

In dit geval mag je €0,19 per gereden kilometer opgeven als zakelijke kosten. Betaal je meer aan autokosten? Dan kun je de auto beter op de zaak zetten.


Speciale voordelen elektrische auto van
de zaak/privé

Zet je de elektrische auto op je eigen naam? Dan kun je profiteren van een nieuwe regeling voor consumenten. Je kunt van 1 juli 2020 tot eind 2025 subsidie aanvragen voor de aankoop van een elektrische auto met een oorspronkelijke cataloguswaarde tussen de €12.000 en €45.000. De actieradius moet minimaal 120 kilometer zijn. Voldoet de auto aan de voorwaarden? Dan krijg je €4.000 voor een nieuwe elektrische auto en €2.000 voor een tweedehands exemplaar.


Wat zijn de overwegingen bij kopen of leasen van een elektrische auto?

Er zijn drie manieren om een elektrische auto te gaan rijden: 

  1. Kopen met eigen middelen
  2. Aanschaffen met financial lease:
    In dit geval is de auto van jou, maar ga je een soort lening aan met een vast maandbedrag. Je lost de lening in 3-5 jaar af.
  3. Huren’ via operational lease.
    Bij operational lease betaal je een vast bedrag per maand, na afloop van het contract geef je de auto terug aan de leasemaatschappij.

Het grote voordeel van het leasen van een elektrische auto is dat je niet ineens een grote som geld hoeft neer te tellen, hierdoor houd je meer geld in kas voor andere doeleinden.


Fiscale voordelen elektrische auto

Een van de grote voordelen van een elektrische auto van de zaak, is dat je in aanmerking komt voor verschillende fiscale voordelen. Het is raadzaam om voor de aanschaf van een elektrische auto advies te vragen.


Bijtelling elektrische auto van de zaak

Rijd je meer dan 500 kilometer privé per jaar? Dan moet je een bijtelling betalen van standaard 22%. Rijd je een elektrische auto? Dan hoef je minder bijtelling te betalen. In 2020 is het bijtellingspercentage voor elektrische auto’s 8% met een budgetplafond van €45.000. Boven dat bedrag betaal je de standaard 22% bijtelling die ook voor auto’s op benzine of diesel geldt. Met een duurdere elektrische auto ben je dus fiscaal ongunstig uit.

De komende jaren gaat de bijtelling voor elektrische auto’s verder veranderen: 

  • In 2021 gaat de bijtelling naar 12% met een budgetplafond van € 40.000.
  • Van 2022 tot en met 2024 betaal je 16% bijtelling.
  • In 2025 betaal je 17% bijtelling.
  • Na 2026 betaal je de standaard 22% bijtelling.


Rekenmodel elektrisch rijden

Benieuwd hoe dat er in 2020 in de praktijk uitziet wanneer je de auto least? In dit rekenvoorbeeld nemen we een leaseauto van €40.000:

Leaseauto op benzine of dieselElektrische leaseauto
Bijtellingspercentage: 22%Bijtellingspercentage: 8%
Bijtelling: € 8.800Bijtelling: € 3.200
Belastingtarief: 37,35%Belastingtarief: 37,35%
Extra inkomstenbelasting: € 3.286,80/jaar Extra inkomstenbelasting: € 1195,20/jaar

Let op: hier is het effect van de bijtelling op de heffingskortingen nog niet meegenomen. Door het betalen van bijtelling, daalt de inkomensafhankelijke heffingskorting meestal. Hierdoor betaal je uiteindelijk wat meer extra netto belasting.

Geen BPM of MRB voor elektrische auto in 2020

Extra voordeel, tot 2025 hoef je voor een elektrische auto geen Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) of Motorrijtuigenbelasting (MRB) te betalen. Vanaf 2025 betaal je een kwart van een normaal bedrag en in 2026 hetzelfde als bestuurders van een auto op benzine of diesel.


Profiteer van de MIA en VAMIL

Er zijn nog meer fiscale voordelen voor elektrische auto’s en de bijbehorende laadpalen: de Milieu Investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Tip: Veel gemeenten bieden speciale extra subsidies voor elektrische auto’s. De MIA is een uitbreiding van de investeringsaftrek. Je kunt hiermee tot wel 36% van het investeringsbedrag voor een elektrische auto of oplaadpunt aftrekken.

De Vamil-regeling is specifiek voor laadpalen. Hiermee mag je 75% van de investeringskosten van een laadpaal afschrijven.


Hoe werken laadpalen/laadpunten voor elektrische auto’s?

Met een elektrische auto hoef je geen benzine of diesel te tanken, maar kun je de auto opladen. Dit kan ook onderweg, er is geen land ter wereld met zoveel laadpunten als Nederland. In 2020 zijn er maar liefst 55.845 (semi-)publieke laadpunten en 1308 snellaadpunten. Wanneer je wilt opladen, gebruik je een laadpas, app of laadkey. Er zijn verschillende aanbieders, met elk hun eigen methode.

Heeft u vragen over de financiële en fiscale aspecten van een elektrische auto dan bent u bij ons aan het goed adres.

Bron: Bewerking van mr. R. D.G.M. van der Spek RB van artikel Rabo Bank 15 september 2020

Fiscale coronamaatregelen

De regering heeft de volgende fiscale maatregelen, bovenop de al bestaande maatregelen, aangekondigd om de coronacrisis het hoofd te bieden. De maatregelen zijn nog niet allemaal concreet uitgewerkt, maar zullen zo spoedig mogelijk ingaan.


1. Een verlaging van het gebruikelijk loon bij omzetdaling

De directeur/grootaandeelhouder moet loonheffingen betalen over een loon dat passend is bij de arbeid die hij verricht. Die verplichting bestaat ook als de onderneming minder of geen omzet behaalt. Omdat er door de coronacrisis veel omzetverlies is, wordt mogelijk gemaakt dat deze ondernemers tijdelijk van een lager loon mogen uitgaan, in verhouding tot de omzetdaling van het bedrijf. De vormgeving hiervan zal vergelijkbaar zijn met eenzelfde regeling als die tijdens de kredietcrisis en 2009 is getroffen. Dit betekent dat de ondernemers met een eigen BV die getroffen worden door de coronacrisis hier hun voordeel mee kunnen doen.

2. Maatregel voor zzp’ers: versoepeling urencriterium

Ondernemers mogen alleen gebruik maken van de zelfstandigenaftrek als ze 1225 uur per jaar aan hun onderneming besteden en ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting. Om te voorkomen dat ondernemers het recht op de aftrek verliezen zal de Belastingdienst er van 1 maart 2020 t/m 31 mei 2020 van uitgaan dat deze ondernemers ten minste 24 uren per week aan de onderneming hebben besteed, ook als ze die uren niet daadwerkelijk hebben besteed. Voor ondernemers die sterk seizoensafhankelijk werken, zoals in de horeca of festivalbranche, wordt ook geregeld dat ze onder de versoepeling vallen.

3. Werkkostenregeling

Via de werkkostenregeling kunnen werkgevers onbelaste vergoedingen aan werknemers geven. De vrije ruimte die werkgevers hebben om deze onbelaste vergoedingen te geven wordt eenmalig verhoogd van 1,7% naar 3% voor de eerste €400.000 van de loonsom per werkgever. Werkgevers die daar ruimte voor hebben kunnen hun werknemers in deze moeilijke tijd extra tegemoet te komen, bijvoorbeeld door het verstrekken van een bloemetje of een cadeaubon. Dit kan ook een boost geven aan sectoren die sterk getroffen zijn door de crisis. Het is ook mogelijk om onder voorwaarden de kosten van de thuiswerkplek van de werknemers te vergoeden onder de werkkostenregeling.

4. Fiscale coronareserve in de vennootschapsbelasting

Vanwege de coronacrisis is het mogelijk een zogenaamde coronareserve in de aangifte vennootschapsbelasting 2019 op te voeren. Doel hiervan is om het verwachte verlies over 2020 direct te kunnen verrekenen met de winst uit 2019.

Normaal kan dit ‘verrekenen’ pas plaatsvinden bij het doen van de aangifte vennootschapsbelasting 2020, wat niet eerder dan begin 2021 of later zal zijn. Het kabinet vindt het onwenselijk als bedrijven zo lang moeten wachten op die mogelijkheid. Daarom zal het kabinet het voor deze bedrijven mogelijk maken om voor de vennootschapsbelasting het verwachte verlies voor het jaar 2020 door de coronacrisis als fiscale coronareserve ten laste van de winst van het jaar 2019 te brengen. Hierbij geldt dat deze coronareserve niet hoger mag zijn dan de winst van 2019. De staatssecretarissen van Financiën hebben aangekondigd hier meer over bekend te maken met Prinsjesdag.

5. Uitstel inwerkingtreding wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

Het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’, dat als doel heeft om fiscaal gedreven belastinguitstel door directeur-grootaandeelhouders (dga’s ) te ontmoedigen, wordt een jaar uitgesteld tot 1 januari 2023. Dga’s hebben zo meer tijd, tot eind 2023, om zich voor te bereiden en schulden aan de eigen vennootschap die hoger zijn dan €500.000 (exclusief eigenwoningschulden) af te lossen. Zie hiervoor het artikel “Wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap”.

6. Betaalpauze voor hypotheekverplichtingen

Kredietverstrekkers zoals banken willen klanten de mogelijkheid bieden een betaalpauze van rente en aflossing aan te gaan voor maximaal zes maanden, als zij tijdens de coronacrisis tijdelijk niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Voor hypotheken waarvoor een fiscale aflossingsverplichting geldt, moet dit volgens de huidige fiscale regels bij een pauze in 2020, uiterlijk in 2021 worden terugbetaald. Een nieuw beleidsbesluit regelt twee zaken: ten eerste hoeft de aflossingsachterstand niet uiterlijk 31 december 2021 te worden betaald, maar kan deze (direct) worden uitgesmeerd over de resterende looptijd (van maximaal 360 maanden). Ten tweede kan een klant in plaats hiervan kiezen om zijn resterende lening te splitsen. Hierdoor hoeft de maximaal zes maanden achterstand niet per definitie te worden uitgesmeerd over de resterende looptijd, maar kan dit ook apart binnen bijvoorbeeld vijf jaar worden afbetaald. De overheid biedt hiermee meer mogelijkheden tot maatwerk.

 
Bron: Vakmedianet, Salarisnet 28 april 2020 / Nextens 30 juli 2020

Wetsvoorstel excessief lenen bij eigen vennootschap

money

Op 17 juni 2020 is het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ ingediend bij de Tweede Kamer. De wetgever beoogt hiermee het aangaan van excessieve schulden bij de eigen vennootschap te ontmoedigen


Achtergrond

Belastingplichtigen met een belang van minimaal vijf procent in een vennootschap kwalificeren als aanmerkelijkbelanghouder. Inkomen uit aanmerkelijk belang (bijvoorbeeld dividend) wordt in box 2 van de inkomstenbelasting belast naar een tarief van 26,25% (vanaf 2021: 26,9%). Om uitstel van belastingheffing te bewerkstelligen kan de aanmerkelijkbelanghouder door middel van leningen liquiditeiten onttrekken aan de vennootschap. De wetgever wil dit nu tegengaan door bovenmatige schulden bij de eigen vennootschap bij wetsfictie als regulier voordeel in box 2 te belasten. Daartoe is op 17 juni 2020 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. De regeling zal naar verwachting per 1 januari 2023 in werking treden. Voor dit tijdstip is gekozen om aanmerkelijkbelanghouders voldoende tijd te geven hun schuldposities af te bouwen.

 

Bovenmatige schulden

Van een bovenmatige schuldpositie is sprake voor zover het gezamenlijke bedrag aan directe of indirecte schulden van de aanmerkelijkbelanghouder en diens partner aan de eigen vennootschap hoger is dan €500.000. Schulden van ouders, kinderen en kleinkinderen die zelf geen aanmerkelijk belang hebben in de vennootschap tellen ook mee, maar alleen voor zover deze hoger zijn dan €500.000. Hiermee wil de wetgever voorkomen dat de regeling kan worden omzeild.

Voor wat betreft het begrip ‘schuld’ wordt aansluiting gezocht bij het civiele recht. De situatie kan zich echter voordoen dat een civielrechtelijke schuldverhouding fiscaalrechtelijk als uitdeling wordt gekwalificeerd, omdat reeds bij het aangaan van de schuld duidelijk was dat deze niet kan of niet zal worden afgelost. Een dergelijke schuld telt niet mee voor toepassing van de regeling, omdat reeds heffing in box 2 heeft plaatsgevonden.  

 

Voorkomen dubbele heffing

Om dubbele heffing te voorkomen wordt de drempel van €500.000 verhoogd met het bovenmatige deel van schulden waarover in voorgaande jaren reeds belasting is geheven in box 2. Indien het bovenmatige deel van de schulden per ultimo van jaar 1 bijvoorbeeld €100.000 bedraagt, wordt de drempel in jaar 2 verhoogd naar €600.000.  Ook bij immigratie, emigratie of overlijden van een belastingplichtige is voorzien in een regeling om dubbele heffing tegen te gaan.

 

Eigenwoningschulden

Bij de berekening van het bovenmatige deel van de schulden blijven eigenwoningschulden buiten aanmerking, althans voor zover aan de vennootschap een recht van hypotheek is verstrekt. Op grond van overgangsrecht geldt laatstgenoemde eis echter niet voor per 31 december 2022 bestaande eigenwoningschulden bij de eigen vennootschap.

 

Bron: Voorstel van Wet en Memorie van Toelichting ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’

Ster Belastingadvies is een erkend RB-kantoor

RB-erkend kantoor

RB staat voor: Register Belastingadviseurs

Het Register Belastingadviseurs (RB) is dé beroepsvereniging van belastingadviseurs voor het Midden – en Klein Bedrijf (MKB). Het Register Belastingadviseurs (zie: www.rb.nl) heeft ruim 7.500 leden peildatum december 2018. Voor vaktechnische informatie, ondersteuning in de beroepsuitoefening kunnen de leden bij het RB terecht. Het RB eist dat haar leden minimaal voldoen aan eisen van Permanente Educatie: de leden moeten daarom ieder jaar een aantal cursussen en opleidingen volgen om hun kwaliteit en kennis op peil te houden. De belastingwetten veranderen immers met grote regelmaat. Van alle ontwikkelingen en ins en outs van de belastingwetgeving is een Register Belastingadviseur dan ook op de hoogte.

Van een Register Belastingadviseur mag worden verwacht dat hij of zij een integer, pragmatische adviseur is, met gevoel voor ondernemerschap en met uitgebreide juridische & fiscale kennis en ervaring. Eventuele klachten over een RB-adviseur kunnen bij het Register Belastingadviseurs worden ingediend en kunnen leiden tot tuchtrechtelijke sancties voor de betrokken belastingadviseur. Dit vormt een waarborg voor de kwaliteit en integriteit van de aangesloten Register Belastingadviseurs.

Opleidingseisen en integriteitseisen

Vanwege het feit dat belastingadviseurs die zijn aangesloten bij het RB moeten voldoen aan strenge opleidingseisen en integriteitseisen, staan erkende RB adviseurs in hoger aanzien bij de Belastingdienst dan belastingadviseurs, administratiekantoren en of boekhouders die niet zijn aangesloten bij een beroepsorganisatie. Een erkend RB kantoor zal dan ook minder snel te maken krijgen met problemen en controles van de Belastingdienst en zal ook beter in staat zijn om bestaande conflicten met de Belastingdienst sneller op te lossen.

Kwaliteit is de belangrijkste pijler van het RB, dé beroepsvereniging van belastingadviseurs voor het mkb. Uw belangen worden door een Register Belastingadviseur optimaal behartigd.

Stappenplan schenkingen van ouders aan kinderen: 10 aandachtspunten

  1. Wat zijn de financiële mogelijkheden en de vermogenspositie van de ouders?

  2. Wat zijn de gevolgen van een schenking voor het kind?

  3. Schenk verstandig; gebruik de jaarlijkse vrijstelling. voor 2018 bedraagt de jaarlijkse vrijstelling € 5.363.

  4. Schenk verstandig; gebruik de verhoogde vrijstelling bij kinderen tussen de 18 en 40 jaar; let op en laat u adviseren over de spelregels bij schenkingen voor een eigen woning (maximaal € 100.800), dure studie of opleiding (€ 53.602) en de gewone eenmalige verhoogde vrijstelling van € 25.731.

  5. Schriftelijke vastlegging is niet voorgeschreven maar wel aan te bevelen; denk ook aan het opnemen van bepaalde voorwaarden en clausules als bewijsstuk richting de belastingdienst. laat u hierover adviseren.

  6. Notariële akte; is niet noodzakelijk, maar kan in speciale gevallen worden gebruikt.

  7. Uitvoering geven aan de schenking; bankoverschrijving is aan te bevelen.

  8. Aangifte schenkingsrecht; binnen 2 maanden na afloop kalenderjaar van schenking met een digitale aangifte via de website van de belastingdienst.

  9. Melding aan belastingdienst; voor bepaalde schenkingen (eigen woning) is een melding noodzakelijk, ook als een dergelijke schenking onder de vrijstelling valt.

  10. Ontbindende voorwaarden / herroepelijke schenking / schenking binnen 180 dagen voor overlijden; laat u adviseren, hiervoor gelden namelijk speciale spelregels.

Voor- en nadelen van een fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting

Wat is een fiscale eenheid?

Bij een fiscale eenheid worden de resultaten van de dochtermaatschappij toegerekend aan de moedermaatschappij. De dochtermaatschappij houdt niet op te bestaan. Fiscaalrechtelijk bestaat de dochtermaatschappij, maar zij is niet meer zelfstandig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. De fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting komt tot stand door een verzoek in te dienen bij de Belastingdienst.

In artikel 15 Wet vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Vpb 1969) is de fiscale eenheid geregeld. Hierin is – kort gezegd – bepaald dat de moedermaatschappij met de dochtermaatschappij een fiscale eenheid kan worden gevormd ingeval:

– een moedermaatschappij minstens 95% van de aandelen in de dochtermaatschappij bezit,
– recht heeft op minstens 95% van de winst en minimaal 95% van het vermogen van de dochtermaatschappij,
– minimaal 95% van het stemrecht in de dochtermaatschappij heeft.

Daarnaast is onder andere bepaald dat de moeder- en de dochtermaatschappij feitelijk gevestigd moeten zijn in Nederland, dat ze eenzelfde boekjaar hebben en dat er sprake is van eenzelfde wijze van winstberekening.


Wat zijn de voordelen?

1) Lagere vennootschapsbelasting door horizontale verliesverrekening
Wanneer de ene concernmaatschappij winst behaalt en een andere concernmaatschappij verlies lijdt, en geen sprake is van fiscale eenheid, dient de vennootschap die winst heeft behaald vennootschapsbelasting te betalen over de behaalde winst. Het verlies geeft (vaak) geen recht op teruggave van vennootschapsbelasting. Indien sprake is van een fiscale eenheid, kan de concernmaatschappij het verlies dat is geleden door de andere maatschappij aftrekken van zijn behaalde winst, waardoor minder vennootschapsbelasting is verschuldigd (horizontale verliesverrekening).

2) Intercompany transacties
Ingeval van een fiscale eenheid bestaan transacties tussen de vennootschappen, zogenaamde “intercompany transacties”, niet. Interne transacties zijn “non-existent” voor de vennootschapsbelasting. Er kan onderling geschoven worden met activa en passiva, zonder dat er correcties hoeven plaats te vinden. In de geconsolideerde jaarrekening worden de resultaten uit deze transacties volledig verwijderd. Deze transacties kunnen wel weer gevolgen hebben bij latere verbreking van de fiscale eenheid.

3) Administratief voordeel
U kan volstaan met één gezamenlijke aangifte in plaats van één aangifte voor elke afzonderlijke maatschappij.

Iedere vennootschap dient wel nog steeds afzonderlijk een jaarrekening te maken. Deze jaarrekeningen worden per dochtermaatschappij afzonderlijk ingevoerd in de aangifte van de moedermaatschappij.

4) Herstructurering: geen afrekening over stille reserves
Bij een herstructurering binnen de fiscale eenheid blijft heffing over de stille reserves achterwege. Indien sprake is van een fiscale eenheid, is niet bij elke overdracht, hergroepering of splitsing binnen de groep, vennootschapsbelasting verschuldigd over de stille reserves. Deze handelingen bestaan niet voor de vennootschapsbelasting. Let op dat bij latere verbreking van de fiscale eenheid mogelijk alsnog vennootschapsbelasting is verschuldigd.


Wat zijn de nadelen?

De fiscale eenheid heeft (uiteraard) niet alleen voordelen, maar ook nadelen:

1) Aansprakelijkheid
Vennootschappen die een fiscale eenheid vormen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de door de moedermaatschappij verschuldigde vennootschapsbelasting. De Belastingdienst kan dus elke vennootschap, binnen de fiscale eenheid, aanspreken voor het totaal verschuldigde bedrag aan vennootschapsbelasting.

Deze aansprakelijkheid geldt uiteraard alleen voor schulden die zijn ontstaan na het aangaan van de fiscale eenheid en eindigen bij de verbreking van de fiscale eenheid.

2) Investeringsaftrek
Ingeval van een fiscale eenheid krijgt u als ondernemer mogelijk een lager bedrag aan investeringsaftrek. Bij de berekening van het bedrag aan gedane investeringen wordt bij de fiscale eenheid uitgegaan van het totaalbedrag aan investeringen gedaan door de vennootschappen gezamenlijk. Dit verhoogt het bedrag aan investeringen. Bij de investeringsaftrek is het zo geregeld dat de hoogte van de aftrek afneemt naarmate het bedrag aan totale investeringen van de belastingplichtige (bij fiscale eenheid: de moedermaatschappij) toeneemt.

3) Liquidatieverlies
De liquidatieverliesregeling kan niet worden toegepast voor een deelneming in een fiscale eenheid. Deze regeling houdt – kort gezegd – in dat bij liquidatie van een onderneming, het verlies van de liquidatie (liquidatie-uitkering is lager dan hetgeen u voor de deelneming heeft betaald) in de holding aftrekbaar is. Indien sprake is van een fiscale eenheid kan bij ontvoeging van een deelneming uit de fiscale eenheid de liquidatieverliesregeling niet worden toegepast.

4) Verlies van het tariefsopstapje
Het tarief voor de vennootschapsbelasting is in Nederland in 2018 25%. Voor de eerste € 200.000 aan belastbare winst geldt een verlaagd tarief van 20%. Bij een fiscale eenheid wordt dit verlaagde tarief van 20% slechts eenmaal toegepast, namelijk over het resultaat van de fiscale eenheid.

Maken alle vennootschappen van aanvang af een winst boven de € 200.000 dan is te overwegen geen fiscale eenheid aan te gaan. Bij een fiscale eenheid gaat dan 5% van € 200.000, dus € 10.000, per vennootschap verloren.


Conclusie

Er kleven zowel voor- als nadelen aan het aangaan van een fiscale eenheid. U dient als ondernemer de afweging te maken of de voordelen opwegen tegen de nadelen. De Belastingdienst zal verzoeken van (grensoverschrijdende) fiscale eenheden honoreren, indien voldaan is aan de voorwaarden voor de fiscale eenheid zoals genoemd onder 1.

Zijn uw oudedagsvoorzieningen op orde?

oudedagvoorzieningen

Veel mensen weten tegenwoordig niet wanneer ze met pensioen kunnen gaan en wat hun inkomen dan zal zijn. Om meer duidelijkheid daarin te krijgen zijn de antwoorden op de volgende 10 vragen van belang:

  1. Weet u of u op uw AOW gerechtigde leeftijd een volledige AOW (100%) heeft opgebouwd?
  2. Weet u wanneer uw AOW uitkering ingaat?
  3. Wat is de hoogte van uw pensioenaanspraken?
  4. Weet u wanneer uw pensioen zou kunnen ingaan? Dit hoeft niet gelijk te zijn aan het antwoord op vraag 2.
  5. Heeft u in privé nog andere inkomensvoorzieningen voor de oude dag opgebouwd?
  6. Zo ja, weet u de hoogte en de ingangsdatum daarvan?
  7. Zijn er in eigen beheer pensioenaanspraken opgebouwd en zijn deze voldoende gedekt?
  8. Heeft u in privé of in de onderneming voldoende middelen beschikbaar of opzij gezet voor de oude dag?
  9. Is de waarde van de onderneming of zijn de aandelen in de B.V. voldoende als voorziening voor de oude dag?
  10. Heeft u bovengenoemde pensioen of andere uitkeringen al eens in kaart gebracht en afgezet tegen uw huidige privébestedingen en behoeften?

Aan de hand van de antwoorden op deze vragen brengen wij uw inkomen op de pensioengerechtigde leeftijd in kaart. Tevens kunnen wij daarbij een financiële planning maken en rekening houdende met de fiscale wetgeving wellicht mogelijkheden aandragen om de fiscale en financiële positie voor en na ingang van uw pensioen te verbeteren.

Heeft u vragen over uw oudedagsvoorziening of wilt u bezien of uw oudedagsvoorzieningen op orde zijn, dan kunt u contact met ons opnemen.

 

Bron: Ster Belastingadvies 28 december 2017 / Ron van der Spek